Printversie

McClary, Susan : Modal Subjectivities - Self-fashioning in the Italian Madrigal

University of California Press, Berkeley
Los Angeles, London, 2004
ISBN: 0 520 23493 6


Mozart en Beethoven - Willaert en De Rore : gelijkenissen ?

Willaert met Mozart vergelijken en De Rore met Beethoven. Dit is precies wat Susan McClary doet in haar boek "Modal Subjectivities - Self-fashioning in the Italian Madrigal". (citaat: zie onderaan).

Dit is verrassend en verhelderend !

Verrassend

Waarom zo verrassend ? Bij het luisteren naar muziek van Willaert of De Rore bevinden we ons in een muzikale wereld die ver af staat van deze van Mozart en Beethoven. Niet alleen speelde hun leven zich af in volkomen andere periodes (16de eeuw - 18de eeuw) en hebben zij een ander wereldbeeld en leefwereld maar ook is hun muziektaal volkomen anders: Mozart klassiek en Beethoven klassiek/romantisch terwijl Willaert of De Rore kinderen zijn van de Renaissance.

Verhelderend

Het vereist een onafhankelijke, oorspronkelijke geest om ondanks die enorme verschillen toch parallelen te zien.

Hoewel, overeenkomsten van een andere aard zijn reeds vroeger naar voren gebracht. Alzo Alfred Einstein die in zijn "The Italian madrigal" tot het besluit komt dat het 16de eeuwe madrigaal omwille van zijn intimiteit een tegenhanger heeft in de eind 18de en 19de eeuwse kamermuziek heeft.

McClary ziet Willaert als de classicus, die de taal, hem aangereikt, ten volle benut om tot de expressie te komen die hij wenst te bereiken. Net zoals Mozart, zegt McClary. En De Rore ziet zij als de revolutionair, de hemelbestormer, net zoals ... Beethoven.

Verrijkend

De vergelijking kan nog verder worden doorgetrokken. Het ondergeschikt maken van muzikale systemen in de zoektocht om zo intens mogelijk hetgeen in de mensen leeft tot uitdrukking te brengen, dit hebben zowel de componisten na De Rore gedaan (Wert, Marenzio, Monteverdi, Luzzaschi, D'India, ...) als deze na Beethoven (Mendelssohn, Schumann, Chopin, Brahms, Liszt, Wagner, ...).

Als we dan verder doorheen de tijd lopen dan kunnen de experimenten van een Gesualdo geplaatst worden naast het expressionisme van een Schönberg.

Iniden dit nog enigszins zinvolle parallelen zijn wat kan men dan zeggen van nog latere tijden? De opgang van de opera en de macht van de solisten vanaf midden 17de eeuw tesamen met het meer toegankelijk worden van de kunstmuziek voor bredere lagen van de bevolking: vindt deze niet zijn speigelbeeld in de opkomst van de filmmuziek, de populaire muziek, de popmuziek? Kwaliteit werd ook bij het creëren van opera's ondergeschikt gemaakt aan de sterren, de diva's en de divo's. Begeef ik me hier op gevaarlijk terrein? Is het daarom dat ik zelf intuitief nooit echt een liefde voor de opera heb gehad ?

Wat is dan de plaats van de hedendaagse muziek? Kan men in de geschiedenis parallelen vinden met de breuk van het publiek met de ernstige hedendaagse muziek, die reeds begon begin 20ste eeuw? Is in het kader van deze gedachten deze vorm van muziek een nieuwe tak, een muziek die eerder nadenkt over muziek, die de expressie is van dit reflecteren over muziek en die als zodanig de ene keer heel verrijkend is en een andere keer saai en overbodig? Voor mensen die van nature uit meer reflecterend zijn is deze muziek zeker boeiender dan de popmuziek. Met dit laatste gedachte engageer ik enkel mezelf.

Alzo, de muziek van De Rore kan ons ver verwijderen van het onderwerp van onze website. Dit is echter geen bezwaar. Alles hangt immers met alles samen. Het boek van McClary is een verrijking voor ons denken over de Italiaanse madrigaal en tevens over de muziek in 't algemeen. Spijtig dat een zeer goede muziektechnische basis nodig is om haar boek ten volle naar waarde te schatten. Basis die ook ik niet voldoende bezit.

Wim Daeleman

 

Willaert : geboren 1488 - 1490, gestorven 1562
De Rore : geboren 1515 of 1516, gestorven 1565

Mozart : geboren 1756, gestorven 1791
Beethoven : geboren 1770, gestorven 1827


Susan McClary in Modal Subjectivities - Self-fashioning in the Italian Madrigal". (pagina 101-102) :

"For all the emotional violence simulated in the Musica Nova madrigals, Willaert rarely deems it necessary to step outside the neomodal complex that constitutes his base of operation. Indeed, his success in inhabiting so many of its possibilities inspired Zarlino's theoretical explanations, for Zarlino wrote not in order to pass along a dead tradition but rather to celebrate, codify, and propagate for pedagogical purposes the extraordinary intellectual and artistic accomplishment of his mentor. Willaert did not so much perpetuate a set of transhistorical procedures as reinvent and thoroughly enliven those ancient categories for the sake of a thoroughly contemporary expressive enterprise. Like Mozart, he worked to demonstrate the compatibility between Reason - as defined in Willaert's case by the constraints of the musical system within which he operated - and a vaste range of musical experiences.

But it sometimes seems that the perverse human imagination no sooner witnesses the imminent perfection of a system than it lashes out against the artificial utopia it represents. The more comprehensive and airtight the construct, the more it appears to invite rebellion. In any case, just as Beethoven pushed to the limits and subjected to extreme stress the balaced tonality of Mozart or even his own earlier works, so Cipriano De Rore proved a restless tenant of Willaert's and Zarlino's neomodality. And for much the same reason: the compelling harmony between social propriety and subjective feeling advocated by aesthetic projects of both the High Renaissance and the Enlightenment came to appear stifling - as wishfull thinking at best, deceitfull oppression at worst. Whether called Mannerism or Romanticism, violent reactions followed hard on the heels of classic order, even though the great practitioners had made their respective versions of order seem infionitely accommodating in expressive potential."


 


Vermeldt De Rore (op p.101 121 (ch.5: The Prisonhouse of Mode: Cipriano de Rore))
Citeert werken van De Rore:
-->


Naar top

Citeert de volgende werken van De Rore

1 : Da le belle contrade d'oriente, 5vv (Madrigaal) - [9, 9 Refs., , +Tne]
- p. 104-113, 120-121, 213, 217-218,238-289,

2 : Mia benigna fortuna (2p Crudele acerba), 4vv (Madrigaal) - [7, 13 Refs., , +Tnfe]
- p. 113-121, 128, 149, 216, 290-296

3 : O sonno, O della queta' humida ombrosa, 4vv (Madrigaal) - [10, 12 Refs., , +Tne]
- p. 107n6

4 : Vergine bella, 5vv (Madrigaalcyclus) - [0, 6 Refs., +Tne]
- p. 115


Naar top



Pagina laatst bewerkt : 31/05/2010
Eigen code : #Ref_10745